A mio fratello Pier Paolo Pasolini

NOS nieuwsapp
 

A mio fratello Pier Paolo Pasolini is de titel van het gedicht dat ik schreef voor We lopen allemaal gevaar, de Pasolini-avond in Perdu op 31 oktober, georganiseerd door Lars Meijer. 

Mijn bijdrage loopt in de voetsporen van Pasolini's gedicht Wanhopige Vitaliteit (in de vertaling van Piet Joostens), een lange en erg passionele collage bestaande uit een filmscript, een autorit, een interview en meer beschouwende stukken daartussen. Het is overladen met thematiek: leven en dood, kapitalisme, fascisme, communisme, lyrische stukken over de jonge dichter die Pier Paolo ooit was, zijn tragische ziel, zijn akelige relatie met God.

Wanhopige vitaliteit eindigt met een toekomstblik. Dus wat ik wilde doen is Pasolini iets vertellen over deze tijd: de toekomst. Ik spreek hem aan met broer, 'fratello', zo kon ik hem wat dichterbij halen. 

Het was een mooie, intense avond met bijdragen van Piet Joostens, Obe Alkema, LJ de Brouwer en ikzelf dus. Hier een fragment uit mijn 13 pagina's tellende filmscript-gedicht dat zich samenbalt rond de moord op Charlie Kirk:

 

 

Phoenix, Arizona

een bloemenzee voor Charlie Kirk

en een mensenzee

die uiteensplijt om de weg vrij te maken vohoor ... Dan Beasley

 

die is afgereisd met een houten kruis 

zo groot, Paolo, als in La Ricotta!

om Charlie Kirk te eren

 

pragmatisch als hij is

heeft Dan onder het kruis een wieltje gemonteerd

want

het is een behoorlijk eind lopen van zijn pick-up truck naar het stadion

           

sympathisanten leggen hun hand op het rolkofferkruis

het winkelwagenkruis

als in een klucht van hun eigen devotie

 

 

 

  

de crux van deze scène, fratello?

 

een spiegel -

over de geloofwaardigheid van 'geloof'

 

vergiffenis -

voor de massatraagheid van de menselijke geest

'ze weten niet wat ze doen'

 

verwarring -

het wieltje omdraaien

tot gebaar van erbarmen - 'smeerolie voor ons aller kruis'

           

een openbaring -

als de schoonheid in de kern wanhoop is

            geef ons dan in godsnaam de lelijkheid 

  

zijn het de woorden -

'het kruis', 'de kogel', 'de bloemen', 'het wieltje'

het wonder van de objecten, elk ding zijn stoffelijkheid

dat vlees wordt in het lichaam van de taal

het woord 'God' dat zich deelt en vermenigvuldigt  

 

uiteindelijk krom trekt, hapert, uitdooft

 

en áctie!